Onderduikers werden gepakt…. en dan??
auteur: diversen
bron: jaarboek 1995
We schreven reeds over de vele onderduikers die in Andijk een onderdak wisten te vinden. Zij kwamen letterlijk uit alle windstreken van ons land en de meeste gingen werken op het bedrijf waar zij gasthuis waren. Toch ook vele Andijker jongens werden, zonder naar elders te vertrekken, onderduiken op eigen dorp. Zij allen vertrokken in hun schuilplaatsen als zij van het ondergrondse apparaat van ons dorp het sein kregen dat de Duitsers van plan waren om een razzia te houden, iets wat erg veel in de nacht geschieden. De meeste onderduikers trokken dan met schuitjes de polder in en overnachten in zogenaamde ‘Velders boedjes’, anderen echter hadden allerlei plekken in en om huis.
Verhoudingsgewijs niet veel, maar toch werd een aantal jongens gepakt. Een aantal van deze mensen hebben, op verzoek van Jelle vriend, hun verhaal aan het papier toevertrouwd. Zij deden dat anoniem omdat zij enkele van tienduizenden waren die hetzelfde overkwam. Twee van die verhalen publiceren wij hier. Zij geven een goed beeld van wat hen overkwam, gewoon gewone jongens die alleen maar weigerde het ouderlijk huis en bedrijf te verlaten om voor een vreemde mogelijkheid in een vreemd land te gaan werken.
Oorlog 1940 1945
10 mei ‘s morgens. Zoals veel mensen gaan wij gewoon naar ons werk. Ik werk op het land, en het is tijd voor het saaie van bonen goed kan ik mij dan dat nog herinneren, maar het werd opeens druk in de lucht. Meer en meer vliegtuigen vlogen over geen passagiers nee alleen jachtvliegtuigen al gauw hoor wij van mensen die wat later de polder in kwamen. De Duitse weermacht is bij het krieken van de dag ons land binnengevallen zware vechten van Duitse en Nederlandse militairen op de Grebbeberg en de afsluitdijk (Kornwerderzand).
Er wordt hevig tegenstand geboden maar na vijf dagen moesten wij capituleren. De overmacht was te groot en zo raakte Nederland onder de Duitse bezetting tot 5 mei 1945 vijf jaar lang ja en wat gebeurde er in die vijf jaar in Andijk? Min of meer ging het leven zijn gewone gang, maar in heel Nederland werd de toestand met de dag kritieken, de Duitse roofde Nederland leeg, vooral de winkels van de joden moesten het ontgelden en tenslotte raakten de winkels leeg. Er was niet veel meer te krijgen en als er iets was, dan was het alleen op de bon te koop. Eten was er gelukkig nog wel wat in Andijk de tuinders gingen meer aardappelen en graan verbouwen speciaal tarwe dan had men had om brood van te bakken.
Zo gingen de eerste jaren voorbij wat ik mij daarvan nog kan herinneren, maar toen kwam de arbeitseinsatz, Duitsland kreeg gebrek aan arbeidskrachten, zijn soldaten moesten vervangen worden voor werken op het land of in de fabrieken.
Overal werden razzia uitgevoerd, veel joden werden opgepakt en weggevoerd naar Duitsland, die werden verbannen naar kampen. Maar de overige Nederlanders moesten te werk gesteld worden in Duitsland dat ging dus niet altijd vrijwillig, zo ook niet bij ons. Wij konden niet gemist worden in het bedrijf (tuinbouw) van vader. Maar daar hadden de Duitsers lak aan, ze moesten arbeidskrachten hebben, de ene na de andere razzia volgden, zo werd ons de 19e augustus 1943 noodlot, bij een razzia uitgevoerd. Door de Groene Polizei werden wij gepakt in de polder, samen met twee broers en nog een onderduiker.
Naar verhoor werden mijn twee broers vrijgelaten. Het was de Duitsers te doen om de 18 en 19 jarige jongens. Na eerste zijn ondergebracht in een school in Enkhuizen werden wij later op de dag in een overvalwagen weggebracht naar Hoorn. Waar we de hele nacht doorbrachten. Weer verhoren, waarom wij niet in Duitsland wilde werken enzovoort enzovoort ja, je moest dan wel een smoes bedenken, ik heb gezegd dat ik bang was voor vliegtuig aanvallen, je kon moeilijk zeggen dat je niet van plan was voor de bezetter te gaan werken.
Enfin, de volgende dag werden wij weer per overvalwagen overgebracht naar Amsterdam naar de Euterpestraat of Weteringschans precies weet ik de volgorde niet meer, in alle twee gevangenissen ben ik ondergebracht, maar ik heb daar niet zo lang gezeten.
Daarna werden wij naar kamp Amersfoort gebracht, een werkkamp. Hele rij barakken, daar zat van alles wat verdacht was voor de Duitsers. Kampcommandant was berg, hij stond altijd klaar met zijn Duitse herder als wij op het plein aan moesten treden om geteld te worden, ik hoorde bij een groep die aardappels moesten rooien in de omgeving van Soesterberg.
Met vrachtwagens werden wij ‘s morgens gebracht op de plaats van bestemming om ons werk te doen. De aardappels werden gelicht met een machine met een paard ervoor, kwamen dan op een draaiend rat terecht, de grond viel erdoor en de aardappels werden verspreid zodat wij konden opzoeken. We kregen als extra onder de middagpauze ieder een portie aardappelen in de schillen gekookt, de zogenaamde pelkartoffelen, zo was onze maag weer een beetje gevuld.
Ook haasten wij op het veld naar een suikerbiet (opslag van het vorige jaar) je keel werd er rouw van, maar het was toch maagvulling. Zo ging het door tot wij uiteindelijk november 1943 naar Duitsland vertrokken, gelukkig kwamen wij niet in een fabriek terecht. Eerste bestemming werd Berlijn, waarbij weer ondergebracht werden in barakken, er was echter niet veel te doen. Al gauw moesten wij weer vertrekken naar jam ik meen zo een 120 km ten zuidoosten van Berlijn, daar werd in de omgeving een kamp gebouwd voor gevangenen.
Eerst moesten wij wagons uitladen met Zweedse barakken ten behoeve van kamp bouw, zware schotten die we met z’n vieren een heel eind moesten dragen vanaf het station. Ik voel nog mijn schouders als ik eraan denk. Later werden wij ingezet om een bunker te bouwen, ik moest mee om water te halen uit het dorp voor het klaarmaken van het beton voor de bunker.
Wij hadden eens een weekend vrij zo af en toe, maar als het nodig was moesten we ook op zaterdag en zondag aan de slag.
Zo verliep het jaar 1943 en 1944, toen in december 1944 werden wij overgebracht naar Polen om daar graafwerkzaamheden te verrichten. Kabels leggen onder de grond terwijl de vorst ongeveer 80 cm in de grond zat, dat hebben wij gedaan tot de Russen een omtrekkende beweging maakten om dan zich heen en wij in de klem kwamen te zitten, op het laatste nippertje wisten wij nog een trein te halen die richting Stettin ging, wel met een slakkengang, maar we kwamen er.
Uiteindelijk toch weer naar Berlijn gegaan naar ons oude lager. Ik heb de kerst 1944 nog meegemaakt in Polen,
Wat waren de Duitse goed voor ons, wij nachten betekent heel wat voor een Duitser. Wij kregen een fles wijn en ook nog een fles wodka. Ik heb het geweten, als een toeter die avond in Berlijn werden wij weer hergroepeerd en moesten een tank vol graven ten oosten van Berlijn. Het was nog steeds winter. We sliepen in een grote schuur op de zolder op een laag stro het dak was niet helemaal dicht zodat we ‘s morgens wit wakker werden van de sneeuw maar geleidelijk aan werden de Duitsers teruggedrongen en moesten we meer en meer Duitsland in.
De Russen drongen steeds verder op. Vanuit het oosten. In het voorjaar. 1945 moesten wij bij een Duitser werken. Een boor Meister van werken kwam niet veel. We zaten meer onder de grond dan erboven. De Canada Amerikanen drongen steeds verder Duitsland in en zo werden wij dan uiteindelijk in april door de Canadese bevrijd, maar we waren nog lang niet thuis. Nou werden wij ondervraagd. Hoe ben je in Duitsland terecht gekomen vrijwillig of gedwongen? Wat voor werk heb je gedaan laat me je papieren zien. Daar stond ik op een foto met kort geknipte haren dus niet vrijwillig. Uiteindelijk gingen wij per vrachtvliegtuig richting Brussel. We werden ondergebracht in een hotel en kregen weer eens heerlijk. Zweedse witte brood Vanuit Brussel zijn wij vertrokken naar Oudenbosch in Brabant wij kwamen terecht op een landgoed met een grote paardenstal waar we ondergebracht werden. Er was een oproep gedaan of men jongens die nog niet naar huis konden tijdelijk konden opnemen.
Noord Nederland was nog niet bevrijd en zo kwamen wij terecht bij een familie in Bergen op Zoom uiteindelijk in juni 1945 konden we naar huis. Met rijnaken werden we naar Rotterdam gebracht. Van daaruit per trein naar het Centraal Station en nog diezelfde nacht naar Alkmaar. ‘s morgens vroeg werden wij per autobus gebracht op de plaats van bestemming ‘s morgens om een uur of negen werd ik afgeleverd op het Kerkepad op juni 1945 in Andijk zo dat was dan een stukje van de belevenis in de oorlogsjaren wat zich heeft afgespeeld in de periode augustus 1943 tot mei 1945 wel heel veel heb ik gehoord veel onderduikers die er prima onder vonden en niet naar Duitsland hoefden. Enfin, een hevige parament in Berlijn heb ik overleefd, alhoewel de vreselijke branden na het bombardement mij nog helder voor de geest staan af en toe.
De oorlog 1940 1945
5 mei 1945 kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog die vijf jaar heeft geduurd. In verband met de vijftigjarige herdenking van de bevrijding is mij gevraagd wat herinneringen op papier te zetten. De echte waarheid van de oorlog begon voor mij eigenlijk op 19 augustus 1943 tijdens twee razzia‘s werden verschillende personen uit ons dorp opgepakt. Omdat er geen stempel van voedselcommissaris in mijn geboortebewijs stond, werd ik meegenomen.
Had ik zo’n stempel gehad, dan was er niks aan de hand geweest want dat was het bewijs dat je voor de voedselvoorziening werkte en dan hoefde je voor de arbeidseinsatz niet naar Duitsland.
Na eerst samen gedreven te zijn in de Kuipers school, werden wij naar de bosschool in Enkhuizen gebracht, vandaar naar Hoorn en toen naar Amsterdam, dat alles in een tijdsbestek van 24 uur. We werden met zes man ondergebracht in een eenpersoonscel. Toen naar de gevangenis aan de Weteringschans, waar ik 17 dagen moest verblijven, ook weer met meerdere mensen in een cel voor een persoon. We mochten een keer per dag naar buiten voor wat frisse lucht. Nadien werden we overgebracht naar het concentratiekamp nabij Amersfoort. Het opgesloten zitten achter een prikkeldraadversperring en de wachtwoorden met bewaking erop had een verlammende invloed op je. 18 november 1943 werden wij, dat wil zeggen meerdere mannen die zich niet hadden gemeld voor de arbeidseinsatz, weggevoerd uit het concentratiekamp en op de trein naar Berlijn gezet. De stad had in die tijd veel luchtaanvallen te verduren en na zo’n bombardement moesten wij de volgende dag helpen opruimen. Na ongeveer twee weken in Berlijn te zijn geweest, zijn wij met een grote groep Nederlanders naar Riga in Letland gestuurd. Daar verbleven wij in een gevorderde school samen met landgenoten die er al waren. In Riga hebben we gewerkt aan een ondergrond ziekenhuis. Na een poosje in Dundage te hebben gewerkt weer terug naar Riga.
Daar kregen we nieuwe kleren en werden we vervolgens naar het Narva fort gebracht waar de Duitsers in gevecht waren met de Russen om de stad Leningrad. Tot half januari 1945 hebben we achter het Narva fort gewerkt. Vanaf die tijd werd het Duitse leger steeds verder teruggedrongen door de Russen. Dat had tot gevolg dat wij ook steeds verder terug moesten lopen. Zo zijn we uit Estland en Letland gelopen tot Litouwen daar stonden de Duitsers nog steeds tegenover de Russen. De capitulatie kwam op 8 mei 1945 voor ons.
We werden gelijk met de Duitsers verzameld en naar de Oeral getransporteerd ingesloten goederen wagens. We waren met 140 Nederlanders, wat werken kon moest werken voor de weder goedmaking ten opzichte van de Russen. De meeste Duitse krijgsgevangenen die daar al waren in de kopermijnen. Daar was ik vrij van, mijn gezondheid was wel goed, maar ik was te licht van gewicht, ongeveer 50 kg. Voor ons was de behandeling die we van de Russen kregen goed. eindelijk op 11 oktober 1945 ging de grote terugreis aan naar Nederland. Samen met de Polen en Roemenen werden de Nederlanders vrijgelaten. De Russen hebben ons tot Frankfurt aan den Oder gebracht, vandaar we door een Frans rode kruis opgehaald omdat er ook enkele Fransen onder ons waren. Via Berlijn hebben de Fransen ons naar Maastricht gebracht, waar we naar zeven weken reizen aankwamen, dat was op 5 december 1945.
Dit gedicht was gericht naar een bepaalde jongen. Wij vonden het goed passen bij deze twee stukken, vandaar dat we de naam van de jongen niet vermelden
In het opvangcentrum kreeg ik een treinkaartje en geld voor de bus. Na twee jaar en vier maanden kwam ik op 7 december weer in Andijk, tot grote blijdschap van ouders familie en ook van mijzelf. Al het medeleven van de Andijker bevolking heeft ons veel goed gedaan. En zo begon voor mij dus de bevrijding op 7 december 1945.