Cultura 65 jaar
auteur: Siem Kieft
bron: jaarboek 2016
Op deze foto uit ‘Onze Krant Enkhuizen’ van 16 april 1982 overhandigen Katie van der Oord (links) en de vice-voorzitter van Stichting Sport en Cultuur, Siet de Vries (rechts) een cheque van duizend gulden aan onze vader Cor Kieft en zijn toenmalige huisgenote mevrouw Hoek. Dat was de prijs van de jaarlijkse donateurs verloting. Hij was er erg blij mee, een leuke bijdrage voor de viering van zijn 80e verjaardag op 11 augustus in Cultura.
17 maart 2016 bestaat Cultura 65 jaar. Een mooie aanleiding om eens terug te gaan naar het begin van Cultura. Iets anders dan Guus van Gelder in zijn boekje ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan: ’t Staat niet Stil. De administratie van de Stichting ligt al opgeslagen in het Westfries Archief in Hoorn, maar via de dochters van Dirk van der Oord heb ik een map gekregen met de gegevens waarin de beginfase van Cultura terug te vinden is. Kort na de oorlog waren er enige vooruitstrevende Andijkers die een vergadering belegden om te komen tot stichting van een eigen gebouw, maar toen waren de Krimper en de Meiboom er nog. Aanvankelijk leek het uiterst moeilijk om voldoende kapitaal en medewerking te krijgen. Financiering werd later mogelijk dankzij flinke subsidies door het rijk verstrekt.
Op een gegeven moment deed een vaag gerucht de ronde dat de Krimper was aangekocht om te worden verbouwd tot katholieke kerk. Een bezoek aan de pastoor van Wervershoof gaf de zekerheid dat dit waar was. Hij zei letterlijk: “Het spijt me voor U, maar wij hebben de Krimper gekocht”. Hier lag echter een kans. Er werd alarm geslagen. Op dinsdagavond 23 september 1939 was al een ‘Stichting ten behoeve van Sport en Cultuur’ opgericht. Later volgde nog een 2e vergadering in café Schotsman (op Oost). Een aantal ingezetenen van Andijk-West was hier al een aantal jaren mee bezig geweest. Het bestuur werd: D. van der Oord, D.G. van Beek, K. Tensen, K. Burger, P. Singer, C. Mos en Jb. Bakker (de 2 laatsten van Andijk Oost). Vele vergaderingen volgden, hoe komen we aan geld en aan een vergunning.
Op een bijeenkomst waar de Minister van Wederopbouw sprak, dacht P. Pool ‘’wat let me als ik zijneexcellentie eens pols over de kansen die wij hebben”. Hij schreef zijn verhaal op een paar blaadjes uit zijn zakboek en stak die in zijn vestzak. In de pauze stapte Pool naar de minister en wilde ons geval uitleggen. Doch zijne excellentie zei heel spoedig dat dit zo niet werkte. “Stuur mij maar een schrijven hoe de zaak er bij jullie voor staat”. En Pool, ad rem als altijd, stak de minister zijn briefjes toe met de opmerking “hier zijn ze al”. Ze verdwenen in de vestzak van zijne excellentie. Pool vertelde dat werd gemeend dat ze daar wel in zouden blijven zitten. Maar dat bleek een vergissing. Enige tijd daarna kreeg Pool een schrijven van het ministerie wat begon met de volgende zin “In antwoord op uw ongedateerd schrijven”. Erg gunstig leek dit niet, maar kort erna volgde een tweede brief. Deze gaf aanleiding om met een flinke afvaardiging, 6 bestuursleden en burgemeester Douma, naar Den Haag te gaan waar ze terechtkwamen bij de Hoofdingenieur van Wederop bouw. Dit bezoek resulteerde in de afgifte van een vergunning!
De maquette van Cultura, gemaakt door architectenbureau Nielsen en Spruyt te Amsterdam.
Een commissie van voorbereiding werd benoemd. Deze vond het nu de tijd om geld in te zamelen. Het plan was renteloze leningen (ze werden ‘aandelen’ genoemd) te gaan uitgeven. Er kon worden ingeschreven op ‘aandelen’ van f 100, 500 en 1000. En er werd huis aan huis om een vrijwillige bijdrage gevraagd. Per september 1945 hadden totaal 67 personen ingetekend en/of een bijdrage gedaan: 9 voor f 25, 5 voor f 50, 33 voor f 100, 12 voor f 200, 1 voor f 250, 6 voor f 300 en 1 voor f 500. Op 4 na waren alle toezeggingen binnen een korte periode al overgemaakt. Ook is er een lijst met de namen van 303 personen van wie de bijdragen varieerden van f 10 tot f 1.300. Hier zaten er 4 tussen van f 600, 4 van f 700, 1 van f 1.000 en 1 van f 1.300. Totaal is door de bevolking een bedrag bijeengebracht van f 50.000. Inmiddels was er ook toe stemming gevraagd voor het houden van een verloting. En meteen maar flink ook: 20.000 loten á f 1,-
Vervolgens moest er een ontwerp voor het gebouw komen, een opdracht aan architectenbureau Nielsen en Spruyt te Amsterdam. De plaats waar het gebouw moest worden gerealiseerd was geen probleem: natuurlijk voor het Gemeentelijk Sportterrein. Niet ieder was het er mee eens, maar het ging toch door. De ontwerpers van het gebouw kwamen al vrij snel met een maquette, in kleur!. Er moesten nog wel wat aanpassingen in het ontwerp worden gedaan o.a. aan de maten van de kolfbaan. Het toneel werd door Cor Kieft ontworpen -ook hij maakte daarvan een maquette- en zijn ontwerp is uitgevoerd. De aan besteding vond plaats in de Keizers kroon in Hoorn op 8 januari 1950. Er waren 38 inschrijvingen. De hoogste was f 170.700. Vervolgens enkele van f 117.250 en f 117.150 en de stem ming begon te zakken. Maar toen kwam Koorn en de Jong met een bedrag iets boven de f 90.000. Na een paar besnoeiingen kwam het bedrag iets onder de f 90.000. Maar deze aanbesteding was zonder de fundering, deze wilde men zelf maken. Gedacht werd aan een zgn. ringfundering, 1 meter middellijn, goedkoop en eenvoudig. Ring binnen uitgraven, eerst gat graven tot het zand, vervolgens de ring plaatsen en binnen uitgraven en de ring zakt dan. Nou, vermoedelijk Vok van den Braber, zou de eerste ring “effies de grond eruit scheppe, nou zakke ho maar”. Oorzaak: loopzand. Er was voor ruim f 4.000,- ringen besteld. Direct naar firma Hage in Hoorn met de boodschap om geen ringen meer te maken. Resultaat: de ringen die er waren afnemen en de rest werd afbesteld. Dit kwam dus goed af. Maar toen, heien was duur! Het werd uitgraven en vol zand storten, maar dat viel ook niet mee. De oude ‘Parallelsloot’ liep daar en het zand zat op die plek vrij diep.De bouw zou half maart starten. Hulp van de bewoners werd toen moeilijk want zij moesten ook op hun eigen land aan de gang. En waar halen we zand vandaan. Eerst wat uit de buurt, het land van Henk Singer. Maar het zand daar zat veel te diep. Daarna is na vele hindernissen de oplossing via Cees Ruiter gekomen. Vroeger, voor zijn huis aan de Molenhoek tegenover het gemaal, was een kuil (voor de dijkverzwaring in 1919) volgespoten met zand dat niet gebruikt was. Dat is eruit gehaald. Er werd een oproep gedaan voor 50 mensen om te helpen, het werden er 73! Deze klus werd zaterdagmiddag 14 maart 1950 geklaard. Lange slepen schuiten door de Molensloot. Om 5 uur nog de laatste 7 grote schuiten, een deel van de mensen ging naar huis, maar de kern bleef en om 7 uur ’s avonds was de fundering klaar. (Ik heb hier zelf aan meegedaan, resultaat: een eelt zweer aan mijn linkerhand en naar het ziekenhuis in Enkhuizen)
De lotenverkoop was reeds gestart, maar er was weinig belangstelling voor. De trekking zou pas over ¾ jaar plaatsvinden en er was nog geen hoofdprijs bekend. Dit werd toen een Volkswagen. De lotenactie werd nieuw leven ingeblazen en gelijk goed: met een stand op de West friese Flora. Na een aanvankelijke weigering kreeg men het toch voor elkaar. 2.700 loten werden daar aan de man gebracht wat het totaal op plm. 4.000 verkochte loten bracht. Toen realiseerde men zich dat 20.000 loten toch wel erg veel was. Het moest ook buiten Andijk gezocht worden. De ‘tochten’ onder leiding van Pool en P. Singer door de Kop van Noord-Holland begonnen. Zelfs in Utrecht, Rotterdam, Hoogeveen en Leeuwarden kwam de verlotingswagen. Er werd vooral gezocht naar veemarkten, veilingen, automarkten en andere plekken waar veel mensen kwamen. Na heel veel inspanning en totaal 5.000 km, zijn toch alle loten verkocht en dat leverde f 12.000 netto op. Koffie enz. werd uit eigen zak betaald. De hoofdprijs viel op lot no. 1135, al snel verkocht op nog geen kilometer van het eigen gebouw. Er waren totaal 100 prijzen te winnen, variërend van juslepel en boeken tot nylons.
Toen naar de opening met “De revue ’t staat niet stil”. Het begin was mooi door de levende figuur Cees Pruttel (Vok van den Braber). Aangetrokken door het licht, was hij stiekem achter het gebouw binnengekomen. Een groot succes, gevolgd door een revue voor de Andijkers -non stop- over heden en verleden. Veel oudheden passeerden de revue: Het Buurtje en de kerk met daar de school en het Raadhuis. Ook de molens met het verhaal van de oude Dame over haar vader, de watermolenaar. De storm nacht, de molen ‘door de vang’ in een vliegende storm waardoor de wieken met razende snelheid draaiden. Zevenmaal werd de revue uitgevoerd en totaal door ongeveer 2.500 mensen bezocht. Veel mensen hebben er aan meegewerkt onder leiding van Cor Kieft. G. de Vries heeft alles wat er voor en na de bouw gebeurde, op film opgenomen. Er is nu een DVD van.
Het gebouw moest een naam hebben. Een prijsvraag werd uitgeschreven. Tientallen inzendingen kwamen bin nen, waaronder: Tavenu, Dicos, D.S.V., Ons Huis, Ons Aller Een, Flora, De Blauwe Tulp, De Parel, De Branding. Met algemene stemmen werd het Cultura. Deze naam, opgegeven door mevr. Van Beek Madderom, werd op een Nutsavond onthuld. Het bestuur kreeg 22 april 1951 een door 55 mensen onder tekende brief. De schrijvers hadden de indruk dat de naam Cultura niet populair zou worden. De naam zou alsnog te herdopen zijn tot ‘De Nieu we Krimper’. Dan bleef de naam van het voormalige verenigingsgebouw voortbestaan. De ondertekenaars wilden dat dit verzoek in ernstige overweging werd genomen. Tot vandaag de dag is het ‘Cultura’ gebleven.