Molenweg 8 – Garage Piet Buishand
Vele oudere mensen in Andijk en omgeving zullen zich nog wel kunnen herinneren dat op de Molenweg het garagebedrijf van Piet Buishand was gevestigd. Buishand, een rasechte Andijker, was geboren op 7 mei 1894 en zoon van Jan Buishand en Marijtje Molen. Piet was de oudste telg uit het gezin. Na hem kwamen nog drie zusjes: Anna, Jannetje en Trien. Hij was op jonge leeftijd al een ‘doenig kereltje’. In de vele verhalen van vroeger komen zijn streken aan het licht. Hij werd opgevoed met de bedoeling om zijn vader op te volgen in de land- of tuinbouw, maar zijn interesse ging al jong een andere kant op en dat was de auto- en motorenwereld. Hij zag het al voor zich, een eigen garage te hebben. Zijn ouders, wijze mensen, werkten hem niet tegen maar gaven hem de raad om eerst nog eens wat in de wereld rond te gaan kijken en zo kwam hij in Duitsland terecht bij een wijnboer in het plaatsje Filsen am Rein, in Rijnland-Palts. Hier voelde hij zich al gauw helemaal niet prettig en kreeg heimwee. Hij was op dat moment 18 of 19 jaar oud.
In zijn voorlaatste brief naar zijn ouders schreef hij het volgende: “Ik heb het hier wel goed met de familie, alleen omdat ze me niet veel durven te doen, daar ze heel best begrijpen dat ik hier gekluisterd ben, en zoveel mogelijk mijn best doe. Ik heb altijd het gewichtigste werk. En als ’t midden op de dag te warm is om op ’t veld te arbeiden kan ik in de kelder aan ’t gereedschap te maken en over ’t algemeen alles wat maar kapot is. Maar nu zien ze dat ik tot heden alles heb klaar gekregen denken ze dat er geen eind aan is, want ze hebben me gevraagd of ik een bagagedrager voor de fiets wou maken. Ik heb maar “a” gezegd, maar zal zorgen voor de bui thuis te zijn.”
Laatst brief: (gaat met een Teun) “Wij hebben er eigenlijk zin in om er zo in de nacht uit te knijpen. Dan komen we ongeveer te middag in Hoogkarspel met ’t spoor. Als we in Amsterdam zijn zullen we een bericht sturen, dat we in aantocht zijn. Dus moeder maak je niet ongerust als er een telegram komt, want dan is het goede tijding.”
Thuisgekomen hielp hij zijn vader op het land en ging ook heel serieus studeren in de autotechniek en mede door zijn ervaring is hij een goede automonteur geworden. Hij nam ook weer deel aan het verenigingsleven. Zo was hij lid van Excelsior waar hij leerde op een bugel te spelen, iets waar hij in dienst veel profijt van zou hebben. Ook werd hij lid van de gymvereniging Turnlust, waar hij al gauw zijn kunsten vertoonde. Met een stel vrienden probeerde hij toen de in zwang zijnde wereldtaal Esperanto onder de knie te krijgen.
Voor hij zijn dienstplicht ging vervullen in 1914 had hij al verkering met Aaltje de Vries, dochter van Kees de Vries en Grietje Veer. Na een intensieve briefwisseling tijdens zijn diensttijd en na zijn ontslag uit dienst werd het al gauw trouwen en gaven ze elkaar het jawoord op 19 april 1919. In 1922 kocht hij, via zijn zwager Jan Ellerbroek, het huis nr. 8 op de Molenweg en de ca. 90 are grond van diens moeder. Hier moest Piet zijn garage van de grond komen. In 1921 werd het bedrijf van Pieter Buishand in het Handelsregister van Koophandel en Fabrieken ingeschreven als ‘Expeditie-autodienst’ en later in 1931 gewijzigd in ‘Reparatie, Transport- en Verhuurinrichting’.
In 1923 kwam de vergunning voor het vergroten van de garage. In december was de eerste aankoop: een Spyker transportauto. De eerste rit daarmee was naar Benningbroek met de familie, waar Piet zijn ouders een fruittuin gekocht hadden.
Op 31 augustus 1924 werd Grietje geboren. Verdrietig genoeg overleed de jonge moeder Aaltje op 28 december 1924. Voor Piet een moeilijke tijd, maar met veel hulp van familieleden en met Sientje van de Gein als huishoudster, kon het bedrijf toch van start gaan. Sientje van de Gein was net gescheiden van haar man en was door familie van Piet, de familie Krul, bij hem aangeboden.
Er kwam een bodedienst die door Jaap Bijl werd bemand. Deze reed drie dagen naar Hoorn en drie dagen naar Enkhuizen. Jan Blokker was voor taxivervoer en Piet Boeier met de andere vrachtauto voor de vrachten naar De Zuid. Piet zelf deed de reparaties. Zo groeide de zaak doordat er veel handel kwam in de autobranche. Een nieuwe aanschaffen kon ook en als men een oude inleverde werd die zo mogelijk nog opgeknapt of anders gesloopt. Alle nog bruikbare delen werden in de schuur bewaard voor slechtere tijden.
Piet kreeg kennis aan Marijt Hooiveld, een nichtje van Aaltje. Zij werd een heel grote steun voor hem en daardoor kon hij zijn zaak verder verwezenlijken. Zij trouwden op 31 maart 1927 en kregen twee dochters, Annie in 1929 en Marijtje in 1932.
In november 1930 werd Buishand benoemd als chauffeur van de lijkauto van de ‘Laatste Eer’. Dit leverde veel werk op met het ophalen van de overledene uit het ziekenhuis of elders in het land. Maar de kleding moest aangepast worden, van overal naar rouwkleding, zwarte das al geknoopt en schone brillen lagen overal in huis. In de oorlog is het wel gebeurd dat er een paard voor de wagen moest en die liep dan te briesen in de nek van Jan de Haas. Dat hij zijn werk goed verrichte bleek wel uit het feit dat er in 1959 een brief kwam met deze tekst: “Wij willen U hartelijk dankzeggen voor het stijlvolle van de lijkstatie, die u ons zo hielp uit te voeren en wij zullen U altijd inschakelen als er een volgauto nodig is.”
Spoedig bleek er meer personeel nodig te zijn. De eerste werd Fekke Valk uit Stavoren, broer van Bakker Valk van de Molenweg. Dat was echter van korte duur want Fekke was ziekelijk en overleed op 4 juli 1935 op 18-jarige leeftijd. Dit overkwam ook Lieven Pieter van de Gruiter uit Vlissingen, die was aangenomen voor de reparatieafdeling. Ook hij had een slechte gezondheid en overleed op 22 september 1936 op 22-jarige leeftijd.
Op 25 mei 1940 wordt de vrachtzaak overgedaan aan firma De Vos. Op 2 augustus 1943 werd het gehele expeditiebedrijf, met vijf-tons Opel vrachtauto en alle toebehoren, verkocht aan de gebroeders Willem en Hendrikus Vink. In de oorlogsjaren werd er veel gedaan wat niemand mocht weten, zo heeft een zespersoonstaxi onder het stro in de Proefpolder bij Geertsema de oorlog overleefd.
Hij kreeg tijd voor zijn hobby. Zijn creatieve geest bedacht van alles, soms lukte het maar een ander keer liep alles in de soep. Een traptaxi dat lukte maar een proefvaart met een vleugelboot ging mis, hij bleef haken en zijn broekspijp werd hierbij afgescheurd. Op het dak van de garage werd een molen geplaatst om stroom te leveren voor huishoudelijk gebruik.
Op 19 november 1946 werkten de volgende personen er: onderduiker en later schoonoom Siet Hilverda, de zingende en fluitende Klaas Knip, oomzegger Rudolf Sleutel, welke later garantiemonteur werd bij de importeur van Volkswagen. In 1949 kwam Anton Kok die later chef werkplaats werd. De zaken gingen goed, er werd een kantoor bijgebouwd. De eerste boekhoudster was Gré Singer Pd. en daarna Tini Kok, de zus van Anton.
Foto’s ontvangen van Yvonne Knip, de dochter van Klaas Knip, een van de werknemers van Garage Buishand
In 1947 kwam er door een toewijzing een prachtige nieuwe wagen, een Ford Super de Luxe. Een zeer snelle en ruime 5 á 6-persoonswagen met voor die tijd modern comfort met vele technische verbeteringen. Deze werd voor taxivervoer klaargemaakt en met de bedoeling om nog een rechte en gebogen brancard aan te schaffen. Hiermee kon dan zowel liggend als zittend ziekenvervoer worden verzorgd.
In 1948 werd de eerste Volkswagen afgeleverd aan Jacob Broer (Palingpadje). Hij was een neef van Buishand. Volgens hem was deze auto het einde. Al voor de oorlog had deze zijn volle aandacht. Na de bezettingstijd werd hij na veel activiteiten ingeschakeld voor de verkoop van Volkswagens. In 1948/1949 werd hij officieel VW-dealer voor zijn district. Een verplicht compleet magazijn werd ingericht met meer dan 10.000 onderdelen en speciaal gereed- schap. Het personeel dat ging regelmatig voor bijscholing naar de importeur.
De totale verkoop bedroeg van mei 1948 tot maart 1963 416 auto’s en de laatste 2 waren voor Piet zelf en Siet Hilverda. Alle gegevens van de personen werden genoteerd onder vermelding van woonplaats en welk type auto zoals bijvoorbeeld: gewoon, luxe, schuifdak en bestelwagen of bus en pick-up. De meeste auto’s werden in Enkhuizen verkocht, 154 stuks. In Andijk werden er 90 stuks verkocht. De rest door heel West-Friesland en Noord- Holland. Maar daarbuiten ook zoals in Utrecht, Den Haag, Delft, Wageningen, Rhenen, Oldenzaal, Nieuw-Vennep en zelfs naar het buitenland. Twee gingen er naar de USA en één naar Canada. En niet te vergeten de auto in januari 1950, een luxe groene Golf, voor de verloting van Stichting Sport en Cultuur.
En dan waren er ook nog de ingeruilde auto’s, 95 stuks bestaande uit diverse merken, waar- van bijvoorbeeld Essex, Erskine, Solo, Senge en Willy’s niet meer voorkomen; 30 werden er gesloopt, de andere 65 werden weer opgeknapt en verkocht.
Op 19 november 1946 werd er een contract voor een Bonds Autorijschool getekend met de verplichting voor de leden van de Toeristenbond hun opleiding te geven voor het wettelijk vereiste examen voor het verkrijgen van een rijbewijs. De instructeur moest in het bezit zijn van een rijbewijs.
Op 24 maart 1950 werd een woonhuis gekocht met werkplaats, schuur en erf, staande en gelegen te Andijk-West, Dijkweg 309 van R.
Brandsma voor fl. 13.000 om in de toekomst het bedrijf daarnaartoe te verplaatsen. Piet was dol op reclame maken en een mooie gelegenheid was de trouwerij van zijn dochter Annie met Klaas Prikkel op 26 mei 1951. De bruiloftsstoet verscheen met elf glimmende Volkswagens op het Raadhuisplein in Andijk en trok veel belangstelling en het leverde hem als vertegenwoordiger van Volkswagen een prachtige reclamestunt op.
Van 13 tot 18 oktober 1953 trok de Volkswagen ‘Model de Luxe 1953’ zeer veel landelijke belangstelling; garage Buishand had er als dealer dan ook een speciale plaats voor ingeruimd in de showroom waar die een week lang stond te glanzen. Er waren ook zgn. ‘eliterijders’ die met hun Volkswagen met dezelfde motor, zonder revisie, 100.000 km hadden gereden. Zij kregen een gratis VW-plaquette op de wagen en op het dashboard plus een gouden dasspeld. Van het district van Buishand waren dat fa. Gebr. Sluis en fa. Abr. Sluis uit Enkhuizen.
Op 17 december 1954 werd er in dorpshuis CULTURA via Buishand een speciale geluidsfilm in kleur over VW vertoond. Van heinde en verre waren automobilisten naar Andijk gekomen. De politie had het druk met het grote aantal luxe wagens en vrachtauto’s van de bezoekers. In de pauze werd gratis koffie geserveerd.
Op 21 oktober 1959 werd het nieuwe benzinestation op Dijkweg 309 geopend, dat aan de eisen der tijd voldeed. Volgens Buishand: “Op de Molenweg veel ruimte voor reparatie en stalling, maar voor de mensen die niet bekend zijn in Andijk wat verscholen en bij avond heel slecht te vinden.” Bij deze opening trok de eigenaar zich terug na 40 jaar op de Molenweg. Vanaf dat moment werd het ‘Esso Servicecenter’ gedreven door Siet en lem Hilverda (lem was een neef van Siet, die kort daarvoor aangetrokken was). Het volledige bedrijf van Buishand met garage, autoverhuur, reparatieinrichting en autorijschool en een keurig leslokaal was daarin ondergebracht. Tevens was er een groot en ruim voorplein met een veilige parkeerplaats. De afscheidsreceptie was zeer druk met een komen en gaan van familie, vrienden en kennissen. Burgemeeser De Zeeuw was verhinderd maar wethouder K. Nierop en mevr. Boot vervingen hem. Voorts ontving hij een schat aan bloemstukken en schriftelijke gelukwensen.
Tot slot, toen men Buishand had gevraagd hoe of hij zijn tijd na zijn vertrek ging doorbrengen, schijnt hij gezegd te hebben: “Ik neem een aap, die wil ik africhten.” De kinderen die van deze uitspraak op de hoogte waren, slaagden erin een aap te bemachtigen en deze werd als afscheidsgeschenk overhandigd. Uiteraard was daar veel belangstelling voor. Tijdens de verhuizing naar Enkhuizen ging de aap daar naar het park, alwaar hij overleden is.
Bij zijn 50-jarig lidmaatschap van de ANWB kreeg hij een schriftelijke waardering voor zijn lidmaatschap en dat in een vroeg stadium van de toen nog betrekkelijk kleine ANWB.
In zijn lange periode van chauffeur heeft hij maar twee bekeuringen opgelopen. De eerste maal in 1947, tussen Hoorn en Avenhorn, liet hij zijn 15-jarige dochter rijden en in 1962 reed hij te hard op Zwaagdijk en moest hij naar het kantongerecht in Hoorn. Maar hij schreef een brief naar de Officier van Justitie: “Terwijl ik me wel voorneem een les uit deze gebeurtenis te trek- ken, zou ik het op prijs stellen rekening te houden met ’t feit dat ik gedurende mijn 40-jarige dagelijkse autopraktijk nimmer een verkeersovertreding heb begaan.”
In juli 1959 werd er een volwaardige monteur aangenomen, Jan Immink uit de Haarlemmermeer. Buishand had al grond in Enkhuizen gekocht na de komst van Immink, die wel voelde voor overname van het garagebedrijf. De importeur Pon had inmiddels ook al aangegeven dat vestiging in Enkhuizen de voorkeur had. Half 1960 werd er met de bouw gestart. De financiering werd mede door Immink geregeld. In verband met de naamsbekendheid werd het ‘Buishand Garage’ eigenaar J. Immink. Bij de opening in oktober 1962 werd hij door Buishand geroemd om zijn meer technisch begrip dan wat hij zelf in al die jaren had verzameld.Tevens was er een huis gekocht voor Anton Kok die meeverhuisde met het bedrijf. Het echtpaar Buishand had na de opheffing van het bedrijf op de Molenweg een huis op de Sorghvlietlaan laten bouwen en heeft daar nog vele jaren van kunnen genieten. Piet Buishand overleed 6 september 1976 en zijn echtgenote Marijtje op 29 mei 1980.
Auteurs: Annie Prikkel-Buishand en Siem Kieft
Foto’s uit het oorspronkelijke artikel zijn aangevuld met foto’s gevonden in het Westfries archief in Hoorn. Deze komen uit het persoonlijke archief van Buishand.
Artikel gepubliceerd in het jaarboek van 2015