De trein die nooit kwam

auteur: Dirk Spijker
bronnen: Jaarboek 2017, Spoorwegarchief Utrecht, Gedigitaliseerde kranten Westfries Archief Hoorn, Andijker Jaartallen Piet Kistemaker, Jaarboeken Oud-Andijk 

De N.V. Auto-Omnibusdienst West Friesland bij de garage aan de Bakkers hoek. De route Enkhuizen-Andijk-Wervershoof-Hoogkarspel moest nood gedwongen stoppen na de bijna storm ramp in 1916  

Andijk was honderd jaar geleden een geïsoleerd dorp. Wilde men naar Bovenkarspel of Grootebroek dan kon dat, buiten het vervoer over water, alleen via de dijk naar Enkhuizen of via de Tolweg naar Hoogkarspel. Voor boer en tuinder kostte het veel tijd en moeite om hun producten naar De Streek, Enkhuizen of Hoorn te brengen. Voor de zaadhandelsbedrijven was dit ook een probleem en om die reden verhuisde Sluis en Groot in 1872 naar Enkhuizen. Gebr. Sluis volgde een paar jaar later en ook de Fa. Rood verhuisde van Andijk naar De Streek. 

In een krantenartikel in 1886 verzuchtte een Andijker eens “Ik wou dat er een trambaan werd aangelegd om Andijk met Medemblik en Enkhuizen teverbinden“. 

Hoe was het passagiersvervoer in die jaren op ons dorp geregeld: In 1885 wordt de spoorweg Enkhuizen – Hoorn geopend. De gemeente Andijk had in 1872 al voor 22.000 gulden deelgenomen in deze spoorlijn. S. Knip verzorgt een passagiersdienst (een ‘wagendienst’) vanuit Andijk voor aansluiting met de trein in Hoogkarspel. In 1886 rijdt er een diligence van Impeta van Medemblik tot Krimpen en vandaar via Wervershoof naar Hoogkarspel. Vóór die tijd namen  de vrachtdiensten op Enkhuizen of Hoorn ook wel passagiers mee. Vanaf 1901 onderhoudt R. van Baar een wagendienst tot 1903. Tussen 1908 en 1911 vaart de Motorboot dienst van P. Brouwer Ez. tussen Andijk en Enkhuizen.  

In 1912 wordt de N.V. Auto-Omni busdienst Westfriesland opgericht. De garage stond in de Bakkershoek en de dienst reed op Enkhuizen en Hoogkarspel. Door de schade aangebracht door de storm in 1916 was het niet langer mogelijk om over de dijk rijden en is deze ‘busdienst’ gestopt met de activiteiten. In 1917 start de Gemeentelijke motorbootdienst op Enkhuizen en Hoogkarpel, deze vaart tot 1922. En in 1922 hebben de Gebr. Kors plannen voor een autobusdienst naar Enkhuizen en Hoogkarspel. Leo Kors start in 1927 een busdienst, deze rijdt tot 1930. Daarna rijdt de WACO tot 1943. 

De man die in 1886 klaagde over het gebrekkige vervoer zou nog even geduld moeten hebben want pas in 1901 werd er een comité gevormd ter verkrijging van een lokaalspoor weg Andijk – Wognum. Met het oog op de aanzienlijke groenteteelt, die jaarlijks in omvang toeneemt, wordt de totstandkoming van deze spoorwegverbinding van groot belang geacht. Andijk heeft 1000 ha. bouwland en 300 ha. weiland. De afvoer van producten naar De Streek over het water kost 2½ uur en het laadvermogen van een schuit is 2500 kg. Een vrachtvaarder vraagt f 0,10 per 100 kg en per spoor zou dit f 0,055 zijn. Ook is eerst gedacht aan een verbinding naar De Streek. Toch duurt het nog tot december 1905. 

Dan doet meester Warnaar, in een vergadering van de ‘Maatschappij Tot Nut van ‘t Algemeen’ het voorstel om een commissie in te stellen die gaat onderzoeken of het mogelijk is een betere aansluiting te verkrijgen van onze gemeente met het wereldverkeer. De commissie krijgt van het Nut f 25,- voor onkosten en bestaat uit: A. Warnaar (schoolmeester), W. Singer J.Jz., J. Groot Rz., C. Klomp (gemeentesecretaris van Andijk) en W. Jonker. Gedacht wordt aan een lokaalspoor vanaf Wognum over Andijk naar de Streek of Enkhuizen. Lokaalsporen waren meestal zijtakken van een hoofdspoorweg en hieraan werden minder technische eisen gesteld. Zo was de maximum snelheid lager en mochten er onbemande overwegen zijn. Eind 19e eeuw schoten ze als paddenstoelen uit de grond. Tussen het maken van de eerste plannen en de opening van de lijn zat meestal zo’n 10 jaar. Het aankopen van gronden nam veel tijd. De meeste lijnen werden in de jaren 1930-40 opgeheven. Door concurrentie van autobussen nam het personenvervoer af en werden lijnen onrendabel. 

In februari 1906 wordt een vergadering belegd met het doel een vereniging op te richten teneinde “Andijk op te heffen uit de toestand van afzondering”. Deze werd bezocht door 200 mensen en een tweede, kort daarna, samen met Wervershoof, trok nog meer mensen. Voorzitter Warnaar zette alles uiteen en gaf daarna de aanwezigen de gelegenheid om toe te treden als lid van de vereniging. 300 mensen gaven zich op. De contributie werd gesteld op f 0,25 per jaar. De naam van de vereniging werd De Vooruitgang. Het voorgestelde reglement werd goedgekeurd en een bestuur van 13 leden wordt gekozen. Kort daarna belegt men op andere plaatsen vergaderingen. Daar wijzen leden van het hoofdcomité op het belang van de spoorwegverbinding en op het nut om een plaatselijke vereniging op te richten. Vervolgens worden Midwoud, Oostwoud, Hauwert, Wervershoof, Enkhuizen, Nibbixwoud en Wognum bezocht. 

Zo wezen de heren Warnaar -voorzitter van het hoofdcomité- en Jacob Tensen -lid van de Provinciale  Staten,- in Nibbixwoud de bewoners op het belang van een spoorwegverbinding van Enkhuizen, over Andijk en Wervershoof, naar Wognum. Staande de vergadering werd een plaatselijke vereniging opgericht met 90 leden. In 1907 zijn in verschillende dorpen inmiddels verenigingen opgericht ter bevordering van het beoogde doel, maar de benodigde gelden om de voorlopige kosten te financieren: tezamen f 4000.-, zijn moeilijk bijeen te krijgen. In Wognum hebben 250 ingezetenen f 600, bijeengebracht. In Andijk bedroeg de bijdrage van particulieren f 1750,-. Verder: Nibbixwoud f 600,-, Enkhuizen f 200,- , Midwoud f 65,- en Wognum f 20,- Het Waterschap De Vier Noorder Koggen had f 300,- toegezegd en Drechterland f 400,-. Met algemene stemmen werd besloten de werkzaamheden van het comité voort te zetten. Medemblik heeft te kennen gegeven dat wanneer het plan Enkhuizen-­Andijk-Wognum niet tot stand zou komen, zij geïnteresseerd zijn in een verbinding Andijk-Onderdijk-­Opperdoes-Medemblik. Zij wijzen op de groenteveilingen in Opperdoes en Medemblik, maar ook op het personenvervoer.

Het hoofdbestuur van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HIJSM) keurt in juli 1908 het ontwerpcontract goed. Ingenieur Post, van het technisch bureau Hasselt en de Koning uit Nijmegen, zal een schetstekening van de lijn ontwerpen. Er zouden 60 ha. grond en 5 kleine woningen moeten worden onteigend. Daarnaast moet er een groot aantal dammen komen en nog eens 32 bruggen en 5 overwegen. De helft van de 14 noord-zuid lopende sloten zou afgedamd moeten worden. Voor tuinders, die te maken zouden krijgen met een afgedamde sloot, betekende dit een langere vaarreis naar hun land. De hoogte van de bruggen zou 2 meter moeten worden. Als hoofdstation werd Andijk aangewezen, met marktterreinen en veilinggebouw. Het station was gepland aan de Reinderhoeksloot, nu de driesprong Kleingouw-Sorghvlietlaan. Omdat de afstand naar de veiling in De Streek groot was, dacht men sterk aan het oprichten van een groenteveiling. Maar vooraf werd de kans op het slagen van dit plan al klein geacht. 

Een van de laatste herinneringen aan trein en tram was het bord bij het fruitstalletje van Rob en Trude Leegwater-Tensen met de naam Trambaan. Het stuk land waar hun huis gebouwd is werd van oudsher al de Trambaan genoemd. Momenteel is het naam bordje Trambaan op het bankje op de brug naar de Fruittuinen de allerlaatste herinnering aan al deze plannen. 

1913: De tijd verstrijkt en nu pas is er weer contact met de HIJSM. Ondanks herhaaldelijke schriftelijke verzoeken reageert de HIJSM niet. Secretaris Klomp en voorzitter Warnaar schrijven in een brief, dat er de laatste jaren vele brieven zijn verzonden met het verzoek de lijn te exploiteren, maar deze werden niet beantwoord. Wat de reden hiervan was, is niet bekend. Maar nu laat de HIJSM weten dat zij bereid zijn de lijn te exploiteren. Vanuit Andijk wordt de begroting opgestuurd met het verzoek onder welke voorwaarden men de lijn wil exploiteren. De begroting van Andijk en Wervershoof laat zien hoeveel landbouwproducten, aardappelen, bloembollen, vee, granen en zaden men verwachtte te vervoeren. De cijfers werden o.a. bepaald naar gegevens van de veiling in De Streek en van de Coöp. Akkerbouw. Naast het te verwachten goederenvervoer werd het aantal geschatte reizigers gesteld op 100.000 en de inkomsten door deze passagiers op f 14.000,-.

De begroting van ontvangsten wordt opgestuurd met 6 bijlagen, waarvan 4 kaarten. De lijn zal 24 km lang worden en aansluiten op de H.S.M. in Enkhuizen. Door de vele sloten zal het een dure lijn worden en de aanleg ervan is beraamd op f 1.130.000. Gerekend wordt dat het Rijk en de Provincie elk 1/3 deel van de kosten zullen bijdragen. De bereidwilligheid om de lijn te exploiteren is er en het comité ontvangt de exploitatievoorwaarden met 14 bijlagen. O.a.: de  HIJSM, als exploitant, geniet alle  opbrengsten en belast zich met de exploitatie voor hare kosten en risico

1914: De exploitatiekosten worden te hoog bevonden maar kunnen omlaag gebracht worden door de vastgestelde snelheid van 50 km terug te brengen tot 35 km. Deze kosten worden dan teruggebracht van f 59.000,- naar f 35.000,- Door ingenieurs worden aanbevelingen gemaakt voor o.a. materialen en kruisplaatsen met wissels op diverse plaatsen. Bij het station in Andijk komt een goederenloods met verhoogde veeladingen. 

28 januari 1915 krijgt het comité een uitnodiging voor een bespreking bij de HIJSM Het resultaat van deze bespreking is niet teruggevonden in de archieven, maar uit latere vergaderingen van De Vooruitgang bleek dat de plannen in de wacht waren gezet. De tijdsomstandigheden zullen er debet aan zijn geweest. 

1916: Na de stormnacht van 13 op 14 januari was de weg die boven op de dijk liep op veel plaatsen niet langer begaanbaar, dus was het vervoer van en naar Andijk ontregeld. De in 1912 opgerichte busdienst moest dientengevolge haar activiteiten beëindigen. De busdienst vervoerde 140 passagiers per dag. Met een motorbootdienst werd dit vervoersprobleem opgevangen.  

De dijk moest verstevigd worden en werd 1 meter hoger en 4 meter breder gemaakt. Dit betekende dat de huizen die dicht op de dijk stonden verplaatst moesten worden. Hiervoor kwamen twee plannen in beeld, het zgn. kleine en het grote plan. Bij het kleine plan zouden de te verplaatsen huizen op een paar nieuwe wegen niet ver van de dijk herbouwd kunnen worden. Zo dacht men aan een weg vanaf het begin van de Hoekweg in oostwaartse richting achter de Bakkershoek langs en uitkomend op Broekoort, nu ong. Dijkweg 200. Een andere weg was gepland van het eind van het Kastanjepad naast de oude Gereformeerde Kerk, naar het eind van het Betonpad, maar hiertegen kwam de kerkenraad in verweer met het argument dat het dan rond de kerk te druk zou worden. Hoewel het grootste deel van de Andijkers tegen het grote plan was, stemde de gemeenteraad met 4 tegen 3 stemmen voor, dus met aanleg van Kleingouw, Knokkel en Horn met diverse tussenwegen naar de dijk. 

1917: Als er gesproken wordt over een weg langs de Knokkel en Kleingouw en mogelijk een weg naar De Streek, zou deze zo breed zijn dat hij niet alleen voor rijtuigen maar ook voor een elektrische tram geschikt was. De bijdrage aan deze trambaan zou voor Andijk f 40.000,- zijn. Later in dat jaar plaatsen bewoners van de Oosterdijk een ingezonden stuk in de krant waarin zij stellen blij te zijn dat het plan om langs de Kleingouw een tram te laten rijden, geen bijval heeft gevonden. Voor hen is het nl. nog een heel stuk lopen om hiervan gebruik te maken en zij stelden daarop voor om op de mooie nieuwe weg langs de dijk een tramlijn van Wervershoof naar Enkhuizen te laten rijden. Beide plannen voor een tramlijn hebben het niet gehaald, want het was moeilijk om een maatschappij te vinden die deze lijn wilde exploiteren. 

Op de brug van het Kleingouw naar de wijk Fruittuinen is bij de oplevering door projectontwikkelaar Scholtens een bankje geplaatst met daarop de tekst: “Dit bankje dankt zijn naam aan een in vroeger tijden geplande trambaan welke aan de noordkant van de Kleingouw zou komen te lopen. Lange afstand verkeer vond destijds plaats per spoor en tram. Door de ontwikkeling van het autoverkeer is de trambaan er echter nooit gekomen”.

Van de foto’s in dit artikel is de herkomst niet meer te achterhalen. Mocht je in het bezit zijn van een originele foto van betere kwaliteit, dan zouden we deze graag ontvangen. Natuurlijk willen we altijd de na(a)m(en) toevoegen van de eigenaar van de foto.