Eerste raadhuis

auteur: Siem Kieft
bron: jaarboek 2012

Foto ansicht uit 1870, vlak voor de brug is het vrouwenhuis

Foto ansicht uit 1900, vlak voor de brug is het schuurtje van Ridder, de andere huizen zijn verdwenen

Het Eerste Raadhuis is gevonden (met een vervolg over vroedvrouwen) 

Kort voordat het Jaarboek 2011 werd uitgebracht, kreeg ik de kadastergegevens uit 1826 in mijn bezit en daar stond in de lijst met eigenaren van de percelen op het Buurtje bij No. 577 raadhuis vermeld, dat door de vorige bezitter niet opgemerkt was. Deze plaats is even verderop gelegen in oostelijke richting van het 2e raadhuis met No. 580. [Zie foto’s] 

Het is gelegen vlak voor de brug en linksvoor nog zichtbaar op een oude ansicht uit 1870, welke in het bezit van Siet de Vries is. Op de tweede foto uit 1900 is het pand echter verdwenen. Het schuurtje is van Ridder en de huizen daarachter, dus ook het betreffende Raadhuis (Vroedvrouwenhuis), is verdwenen. Maar er is een adressenlijst uit 1816 waarop alle huizen vermeld staan en dan wordt het raadhuis aangegeven als het Vroedvrouwenhuis. De gemeente moest voor de vroedvrouwen een woning beschikbaar hebben. Hier heb ik vele gegevens over gevonden in de notulen van Stedebroek en Lutjebroek voordat Andijk zelfstandig werd in 1812. Het zal dus een gewoon woonhuis geweest zijn en daarom werden de vergaderingen van de raad in ‘De Krimper’ gehouden. In het tweede raadhuis was ook een kamer gereserveerd voor de vroedvrouw. 

Over de vroedvrouwen heb ik vele aantekeningen gevonden maar het is moeilijk om hier een sluitend artikel over te maken; ik zal proberen hiervan een samenvatting weer te geven. 

Vroedvrouwen 

Eerst wat geschiedenis. Vroedvrouwen waren in die tijd jarenlang ongeschoolde vrouwen. Zij verkregen de noodzakelijke kennis en ervaring door de praktijk. Naast het begeleiden van bevallingen namen zij ook nevenfuncties aan, zoals het in huis nemen van zwangere vrouwen en het bakeren van zuigelingen. Door het begeleiden van bevallingen kwamen vroedvrouwen bij nacht en ontij in de huizen van alle mogelijke bevolkingsgroepen. Dit waren in veel geval- len donkere, slecht verlichte en geventileerde ruimten, vaak onder onhygiënische omstandig- heden. Vroedvrouwen hadden twee mogelijkheden voor het uitoefenen van hun vak: vrij gevestigd of door de overheid in loondienst worden aangesteld. Zij werden lid van het chirurgijngilde en waren daardoor – als vrouw – ‘de meest geëmancipeerde beroepsgroep’.

De oudste gegevens 

Lutjebroek 1729 Uit vergaderingen van het Vroedschap 

“Request van een aantal personen wonende aan de Noorderdijk aan Gecommiteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier in houdende het verzoek om de regenten van Grootebroek en Lutjebroek te gelasten aan de Noorderdijk een vroedvrouw aan te stellen. Met het appartement om aan het verzoek te voldoen of binnen 14 dagen de redenen van weigering kenbaar te maken I juni 1729 omtrent twee hondert Huysgezinnen en daer onder tegenwoordigh omtrent hondert vrouwen die gesoogen worden aen de noorddijk zijn: sij egter tot hun leet weezen geen vroedvrouwen in noodt zijn haer moeten bedienen van de vroedvrouw off van Grootebroek of van Lutjebroek waeronder zij behoren, dat de evengemelde twee dorpen naastliggende omtrent twee uuren van haar af zijn. Worden geardonneert en gelast voor haar Supplementen een vroedvrouw aen te nemen en de selve ean de noorddijk te laaten wonen op een zodanig jaerlijx Tractement als hun vroedvrouw van Grootebroek geniet.” 

Ondertekent door 22 dorpsgenoten Namen van 22 personen. 

Vervolg 

Apostel bij Staen Mogh. Verleend op ’t redt van Di- ven personen Wonende aan de Noorderdijk onder Groote- en Lutjebroek. 

De gecommiteerde Raden van de Staten van Holland en de West van land in West Vriesland ent Noorder vinden Goed en Ondertekenen De Regenten van Groot en Lutjebroek ’t verzoek te accorderen of redenen van Weijgering te geven binnen 14 dagen de insuniatie Dese Gedaan tot Hoorn den I Juny 1729.
Ter Ondert van Raden Voorsch. A.Coninck. 

De kadastergegevens van het raadhuis

Kadaster kaartgegeven, no. 580 is het 2e raadhuis. Naar rechts laatste is 277, aangegeven als het vrouwenhuis

Uit vergadering van 8 aug. 1806 van het Vroedschap Grootebroek 

De president stelde aan de Vergadering voor om in overweging te nemen omtrent het woonhuis van de vroedvrouw te Andijk het welk gebouwt is door eenige bepaalde personen van der selve plaats Andijk, en terwijl van vererfster of vertrek derselve Erfgenamen teegens de betaling protesteren. Verzoeken die van Andijk, teneinde een vaste Woning bij voorvalle vacature, mog te gebeuren vast bepaalt wierd aan Wethouders en Regenten van Grootebroek om daaromtrent Voorziening te doen en het voorsch woonhuis als zijnde eigendom van Andijk publiq te verkopen en hetselve Juriedictioneel te verklaren en hetselve en andere seperatie over te laten aan Voornoemde leeden van de jurisdictie ’t geen ?? ontbreekt. 

Dan volgt pas de 18e van de Oogstmaand 1810 weer een vervolg. Grootebroek Vergaderinge Vroedschap aug-1810-1811.

De President geeft aan de vergaderinge te kennen, dat de vroedvrouw Ambt te Andijk op vrijwillige afstand van Lijntje Tijs is komen te Vacceren en weder binnenkort een andere staat beroepen te worden, daar de vorige vroedvrouw Lijntje Tijs geduurende haar Ambt de vrije inwoning heeft gehad, in een Huis staande de aldaar bij de kerk, door eenige inwoonders te Andijk uit de grond nieuw is opgebouwd geapprobeerd voor een vroedvrouwenhuis en dus eigenaar van dat huis zijnde. 

Voorlopig voorgesteld dat dit huis aangekocht zoude worden voor eene Somma van Een Duizend guldens waar toe Stede Grootebroek zoude betalen eene Somme van Vijfhonderd Gulden en Lutjebroek ieder Twee Honderd en Bovenkarspel Een Honderd door de plaats Hoogkarspel als wordende door die van Hoogkarspel geoordeelt, dat dezelve geen uitstel daarmede hebben door diengene vrouwen te Andijk onder Hoogkarspel. 

Dit zou dus over het eerste raadhuis gaan en tevens over het vroedvrouwenhuis. Maar aktes over koop en verkoop van raadhuis of vroedvrouwenhuis heb ik niet aangetroffen ondanks langdurig zoeken. 

Uit het jaartallenboek van P. Kistemaker: 

1812: 1160 bewoners en 2 vroedvrouwen (Maar de 2e zal wel voor Wervershoof geweest zijn) 

Na lang zoeken vond ik in de Jaarlijkse Financiële Overzichten de namen van de vroedvrouwen tot 1924.
In 1812 de eerste vermelding uitgave van Heel- meester Vroed meester en Vroedvrouw samen fl 220,- t/m 1817.
In 1816 is er een advertentie voor het vertrek van Trijntje Stiwes (moet Trijntje Siewerts zijn) in de Historische Krant Het Nieuws van de Dag, die vertrekt, mogelijk daarna Heijmans, er waren 14 sollicitanten op deze advertentie. Daarna wordt de vroedvrouw apart vermeld van 1818 t/m 1827 voor fl 150,- per jaar, vanaf 1828 t/m 1837 fl 180,- per jaar. Deze verhoging komt door een klacht op 11-12-1827, te kennen te geven door de vroedvrouw dat de (chirurgijn) H. Blokker ook als vroedmeester werkt. Vanaf 1818 is het Anna Maria Heijmans met uitbetalingen per kwartaal van fl 45,- (dus fl 180,- per jaar), omschreven als tractement. Zij gaat door tot in 1856 met nog 3 kwartalen met de vermelding ‘Heijmans overleden’ en het laatste kwartaal uitbetaald aan de vroedmeester B. Imming. (Blokker is inmiddels overleden) Heijmans was 43 jaar, geboren te Amsterdam en overleed op 03-11-1856, aangegeven door Hendrikus Rol, schoenmaker en Klaas Singer, beiden buurmannen. Zij was gehuwd met Gerrit Luijt en die was veldwachter in Andijk geweest. Het echtpaar had drie zonen die in Groningen geboren waren. 

Wel wordt er aan Heijmans in 1840 2 x fl 10,- aan schoonhouden van het raadhuis betaald. 

In 1857 zonder namen wordt er fl 300,- uitbetaald.

De advertentie uit Historische kranten in Het Nieuws van de Dag over Trijntje Siewers

Van 1858 t/m 31-07-1874, wanneer zij overlijdt, is G. Blom vroedvrouw. Zij verdiende al die ja- ren fl 150,- per jaar (4 x fl 37,50). Zij was ge- boren op 15-08-1821 te Oudkarspel, dochter van Arien Blom en Cornelia Keppel. Zij kwam op 12-11-1829 uit Winkel in Andijk en was ge- huwd met Jacob Zweed. 

De volgende vroedvrouw is F.A. Stins. In 1875 worden er 3 kwartalen uitbetaald à fl 50,- en t/m 1877 fl 200,- per jaar en daarna tot haar vertrek in 1880 fl 300,- per jaar. 

In 1881 en 1882 wordt het K. Hesje en dan E. Assenbroek van 1883 t/m 1886, steeds voor fl 300,- per jaar. Van de laatste drie zijn geen verdere gegevens bekend. In deze periode ver- schenen in 1880, 1881, 1883 en 1886 advertenties met onderstaande tekst (zie afbeelding)

Een van dezelfde advertenties die in andere jaren ook in het Nieuws van de Dag stonden

In 1890 komt A. Molenaar die t/m 1923 vermeld wordt. Zij was geboren op 20-08-1865 in Schellinkhout en gehuwd met Klaas Kelder, geb. 22-05-1866 in Zaandam. Zij kwamen op 16-06- 1890 uit Twisk. Haar verdiensten waren eerst fl 300,- + fl 15,- als fietsvergoeding. In 1919 werd het fl 400,- en vanaf 1920 fl 600,-. Bij de inkomende personen komt in maart 1925 Mej. Mink, geb. 1896, die vertrekt in juli 1926. Daarna komt H.F. van Kooten als vroedvrouw op 29- 07-1926 van Amsterdam. Van na dit jaar zijn er geen gegevens meer aanwezig. De komst op 23-07-1898 van Hendrika Mintjes als verloskundige (geb. 23-07-1898) uit Oldemarkt, was dus geen gemeentelijke aanstelling. Vermoedelijk is nieuwe wetgeving daar de reden voor geweest. 

Onderstaand stukje vond ik in ‘De maatschappelijke positie van vroedvrouwen in vroeger eeuwen’, een beschouwing aan de hand van gegevens uit de stad Hoorn. 

Het betreft een artikel uit het Jaarboek 1985 van het historisch genootschap Oud Westfriesland. 

“Met de wetgeving van Thorbecke in 1865 werd het beroep van vroedmeester afgeschaft en werden de bevoegdheden van de vroedvrouw opnieuw geregeld. 

In 1878 werd de benaming vroedvrouw officieel vervangen door verloskundige. “Sindsdien kan de kraamvrouw de hulp verwachten van zowel manlijke als vrouwelijke vroede verloskundigen.” 

Het artikel was geschreven door J. Steendijk- Kuypers uit Wognum. 

Nog enige losse gegevens over vroedvrouwen zonder een gemeentelijk aanstelling. 

Uit financiële gegevens 1816, vroedvrouwen totaal begroot fl 220,-. Daar vonden uitbetalingen aan vroedvrouwen plaats die geen gemeentelijke aanstelling bezaten:
Jouke Thomas, 2 mnd. fl 25,-; Petronella van Beest, 4 mnd.fl 50,-;Jannetje Booij, 6 mnd.fl 35,- , 3 mnd. fl 17,10, 3 mnd. fl 17,10; H. Blokker, 3 mnd. fl 37,10 is de chirurgijn en vroedmeester; Elisabeth Stuurs, 3 mnd. fl 37,10.
In dat jaar waren er hier vier vroedvrouwen en H. Blokker, de chirurgijn, tevens Vroedmeester. Maar er was wel een advertentie voor het ver- trek van Trijntje Siewerts in 1816. Dan zal dus vermoedelijk Anna Marie Heimans de gekozene zijn geweest uit de 14 sollicitanten die op de advertentie gereageerd hebben. 

Het is opvallend dat deze vroedvrouwen vaak verhuizen en soms ver buiten West-Friesland geboren zijn. 

23-10-1818. De vroedvrouw vraagt om het bed- stede te laten beschieten en de schoorsteen wat uit te late hakken om het Rooken te voorkomen. Eerst door ons toegestaan en het laatste in bedenk gehouden tot dat men het met een tafel op de schoorsteen geprobeerd heeft al met het polderbe- stuur gesproken te hebben. Op verzoek van Brug- man (vroedvrouw ?) om de schoorsteen te laten re- pareren is besloten de rekening later te betreden. 

In 1900 staat in de Enkhuizer Courant een be- richtje dat Geertje Zijp (vroedvrouw) benoemd is tot verloskundige in Nijenga, gemeente Smal- lingerland. Na 10 weken werd bericht dat zij weer terug was wegens het niet beschikbaar zijn van een huis voor haar en haar gezin. Zij was gehuwd met Pieter Burger en er waren 3 kinderen: 7, 6 en 2 jaar.

Van de foto’s in dit artikel is de herkomst niet meer te achterhalen. Mocht je in het bezit zijn van een originele foto van betere kwaliteit, dan zouden we deze graag ontvangen. Natuurlijk willen we altijd de na(a)m(en0 toevoegen van de eigenaar van de foto.