Gerrit de Vries in China
auteur: Jacob Jonker
bronnen: Jaarboek 2012, geraadpleegde bronnen: Bibliotheek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis waar het archief van deze reis, o.a. plakboeken met foto’s, opgeslagen ligt. China werpt het juk af; Uitgeverij Pegasus, 1958 – Averink, Maas en De Vries
Bezoek aan een tentoonstelling over de geschiedenis der Sjanghaise arbeidersbeweging.
G. de Vries staat in het midden van de foto
Héél bijzonder is wel de reis die Gerrit de Vries als lid van het partijbestuur van de CPN samen met Annie Averink en Gerard Maas eind 1956 naar China heeft gemaakt. Immers, in die tijd woedde de Koude Oorlog volop en China was voor ‘gewone’ westerlingen praktisch niet toegankelijk. Gerrit de Vries is waarschijnlijk wel mede uitgenodigd vanwege zijn grote kennis van de agrarische sector in Nederland. Naar aanleiding van deze reis hebben De Vries, Averink en Maas een boek geschreven met als titel ‘China werpt het juk af’, waaraan het volgende is ontleend.
“Naar aanleiding van het achtste congres van de Chinese Communistische Partij, dat in september 1956 in Peking werd gehouden, brachten namens het partijbestuur van de CPN Annie Averink, Gerard Maas en Gerrit de Vries van 20 november 1956 tot 24 januari 1957 een bezoek aan de Chinese Volksrepubliek. Het doel van deze reis was kennis te nemen van de opbouw van het socialisme in het nieuwe China, zoals dit in de besluiten van het Achtste Congres is vastgelegd. Na het bestuderen van deze besluiten heeft de Nederlandse delegatie getracht zoveel mogelijk indrukken te krijgen op welke wijze de congresbesluiten in de praktijk worden uitgevoerd.
De Nederlandse delegatie werd bij haar aankomst in de hoofdstad Peking ontvangen door leden van het Centrale Comité van de Chinese Communistische Partij, waarna onder leiding van de vicevoorzitter van de Chinese ministerraad van het Volkscongres, Lioe Sjao-sji, een kameraadschappelijke bespreking werd gehouden. Het Centrale Comité verleende de Nederlandse delegatie alle mogelijke medewerking om de studiereis zo effectief mogelijk te doen verlopen. Door deze medewerking kon de delegatie kennis nemen van de naar haar mening belangrijkste politieke, economische en culturele aspecten en problemen van het Nieuwe China.
Op deze reis van ca. 2 maanden sprak de Nederlandse delegatie met tal van mensen uit de Chinese Volksrepubliek, zoals arbeiders, boeren, vrouwen van verscheidene organisaties, ministers en andere belangrijke staatsambtenaren, met bestuurders van politieke organisaties, van de vakbeweging, van de bestuursorganen in steden en dorpen, met ingenieurs en bedrijfsleiders van grote en kleine bedrijven, met professoren en andere intellectuelen.
De delegatie bezocht tal van bedrijven, vanaf reusachtige staalbedrijven in Ansjan, scheepswerven, locomotieffabrieken tot textielbedrijven.
In de steden werden nieuwe en oude woonwijken bekeken, in de dorpen werden de eenvoudige huisjes van de boeren opgezocht, talrijke bezoeken werden gebracht aan onderwijsinstellingen en historische plaatsen, terwijl ook verscheidene culturele manifestaties werden bijgewoond. De reis ging uit de hoofdstad Peking naar het noord-oosten van China, waar de steden Dairan, Port-Arthur, Sjengjang, Ansjan, Foe-Soen en enkele dorpen werden bezocht. Vervolgens ging men naar het meer centraal gele- gen deel met de steden Sian, Tjoen-King, Hankou, Nanking en Sjanghai, terwijl in het midden vanuit de stad Kanton tochten werden gemaakt naar het platteland.
Het Sun Yat-sen Mausoleum.
Geheel links G. de Vries
Men heeft op deze reis een overstelpende hoeveelheid gegevens en indrukken verkregen en zodoende een globaal inzicht kunnen krijgen hoe de mensen in het Nieuwe China leven en werken en hoe door een geweldige krachtsinspanning van het gehele volk dit reusachtige volk met zijn miljoenenbevolking van een halfkoloniaal land tot een socialistische maatschappij wordt herschapen.”
Tot zover de inleiding in het boek ‘China werpt het juk af’.
In het kader van de Andijker geschiedenis is het natuurlijk niet relevant om al te zeer in te gaan op deze reis door China, maar er kan toch wel iets over gezegd worden. Afgezien van de bezoeken aan universiteiten, staalfabrieken, locomotief- en textielfabrieken e.d., valt inderdaad de grote interesse van Gerrit de Vries op voor de agrarische sector. Hij neemt klaarblijkelijk snel veel in zich op en kan zich op vrij korte termijn over verschillende zaken al een mening vormen.
Tijdens een nabespreking op het ministerie van Landbouw in Peking, in de aanwezigheid van o.a. de minister, zien we dat Gerrit op een adequate en zakelijke en ook wel enigszins kritische wijze verschillende punten voor het voetlicht brengt, zonder de uiteraard in China zo belangrijke beleefdheid en wellevendheid uit het oog te verliezen. Onderwerpen die o.a. aan de orde kwamen waren: waterhuishouding, grondbewerking, het intensieve gebruik van de grond, betere kwaliteit zaai- en pootgoed, mechanisatie van de tuinbouw, irrigatie, ploegen in de herfst in plaats van in het voorjaar, dit in verband met het doorvriezen van de grond, het op kleine perceeltjes gebruik maken van 2-wielige i.p.v. de zware 4-wielige tractoren en combines, idem het gebruik maken van 2-wielige tractoren op terrassen die gebruikt worden voor de rijstbouw, etc.
We zien hierbij dat Gerrit de Vries zich over vele onderwerpen al een mening heeft eigen gemaakt. De viceminister van landbouw, Rioee Ren-Loeng, dankte in zijn slotwoord Gerrit de Vries voor zijn nuttige op- en aanmerkingen en zei dat het deze en vele andere problemen zijn welke de specialisten van het ministerie van landbouw bezig zijn te bestuderen en op te lossen.